|
Samenvatting over 1113 woorden:
12x reductie; 100 woorden; ca. 1 min.
De transportsector neemt mondiaal ongeveer een kwart van alle CO2-emissies voor zijn rekening.47 Onder huidige scenario’s zullen deze emissies verder toenemen, voortgedreven door economische ontwikkeling en bevolkingsgroei.48 Een sterke internationale inzet is van belang om kansen te benutten en de mondiale transitie naar zero-emissie in de mobiliteitssector te versnellen voor alle modaliteiten, inclusief spoor- en wegvervoer, scheep- en luchtvaart. Nederland heeft daarbij veel te bieden, zoals kennis over de opbouw van laadinfrastructuurnetwerken, digitalisering, smart mobility, zero-emissie zones, beleid op slimme en actieve mobiliteit (fietsinfrastructuur), ontwikkeling van duurzame brandstoffen en de multistakeholder aanpak omtrent multimodaliteit. Hoewel de technologieën goed ontwikkeld zijn,
|
Onderliggende Tekst:
794 woorden; ca. 4 min.
De transportsector neemt mondiaal ongeveer een kwart van alle
CO2-emissies voor zijn rekening.47 Onder huidige scenario’s zullen
deze emissies verder toenemen, voortgedreven door economische
ontwikkeling en bevolkingsgroei.48 Een sterke internationale inzet is
van belang om kansen te benutten en de mondiale transitie naar
zero-emissie in de mobiliteitssector te versnellen voor alle
modaliteiten, inclusief spoor- en wegvervoer, scheep- en luchtvaart.
Nederland heeft daarbij veel te bieden, zoals kennis over de opbouw
van laadinfrastructuurnetwerken, digitalisering, smart mobility,
zero-emissie zones, beleid op slimme en actieve mobiliteit
(fietsinfrastructuur), ontwikkeling van duurzame brandstoffen en de
multistakeholder aanpak omtrent multimodaliteit.
Hoewel de technologieën goed ontwikkeld zijn, is het kwantitatieve
aanbod van met name zero-emissie vrachtwagens en bussen nog te
klein. Nederland zet zich in voor het vergroten van de vraag naar en
het aanbod van zero-emissie lichte, medium en zware voertuigen en
heeft samen met veertien andere landen tijdens COP26 de Global
Memorandum of Understanding (MoU) on Zero Emission Medium and Heavy
Duty Vehicles geïnitieerd (ZE-MHDVs). De ondertekenaars van de MoU
willen dat 30% van de nieuwverkopen van trucks en bussen in 2030
zero-emissie zijn. Tien jaar later, in 2040, moet dat 100% zijn. Het
kabinet streeft ernaar de groep ondertekenaars van het MoU uit te
breiden met vijf tot tien landen.
Nederland zet zich ook in voor wereldwijde kennisuitwisseling op
het gebied van actieve mobiliteit. Dit doen we door het
ontwikkelen van een toolkit voor de uitvoering van het Pan-
European Master Plan for Cycling Promotion, samen met andere
landen in de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE).
De Nederlandse fietssector positioneert zich mondiaal met
unieke kennis en ervaring in de Dutch Cycling Embassy. Het kabinet
werkt aan een internationale strategie om het verdienpotentieel
van de transitie naar duurzame mobiliteit te verzilveren.
Wereldwijd wordt er steeds meer geïnvesteerd in duurzame en
gezonde steden, met een belangrijke rol voor de fiets. Dat biedt
kansen voor de Nederlandse fietsensector.
De verduurzaming in de luchtvaartsector verloopt langs twee
sporen met een tijdshorizon tot 2050-2070. Het eerste spoor richt
zich vooral op de verduurzaming van de huidige
straalmotortechnologie en de inzet van Sustainable Aviation Fuel
(SAF).49 Het tweede spoor richt zich op innovatie en
technologische verandering, bijvoorbeeld over energiedragers en
aandrijfsystemen (elektriciteit, waterstof). Als dwarsdoorsnijdend
thema richt de verduurzaming van de sector zich ook op efficiënter
vliegen. In samenwerking met partners doet Nederland mee aan
technologische innovatieprogramma’s die in gang zijn gezet.
De (Nederlandse) luchtvaartsector zet in op netto nul emissies in
2050.50 Om de luchtvaart sector te ondersteunen, wil Nederland dit
ambitieuze doel ook vastleggen op mondiaal niveau via de
International Civil Aviation Organization (ICAO) als lange-termijn
CO2-reductiedoelstelling, inclusief een roadmap die zich zal richten
op beide bovengenoemde sporen. Teneinde de internationale
normen te verhogen, blijft Nederland inzetten op het Europese
tussendoel om in 2030 55% broeikasgasemissiereductie te
bereiken, waaronder een aanscherping van het EU Emissions Trading
System (ETS), bijmengverplichting voor duurzame brandstoffen,
duurzaamheidscriteria, en verdere internalisering van
maatschappelijke kosten.51 Het kabinet zal samen met de sector
investeren in ultra-efficiënte vliegtuigen, elektrische en thermische
aandrijfsystemen en in het daarbij behorende onderzoek.52
Daarnaast zal het kabinet de inzet van duurzame brandstoffen
blijven stimuleren, en zoekt daarbij ruimte om verder te kunnen
gaan dan de afspraken die gemaakt zijn op Europees niveau.
Nederland streeft in mondiaal verband naar een klimaatneutrale
zeevaartsector in 2050. Het kabinet zet in op deze aanscherping
van de ambitie vóór de herziening van de International Maritime
Organization (IMO) broeikasgasstrategie in 2023. Dit is in
overeenstemming met de bevindingen in het IPCC-rapport, het Fit
for 55-pakket, en de nationale beleidsinzet. Om dit te
operationaliseren wordt in IMO-kader gewerkt aan een pakket
van maatregelen voor de middellange en lange termijn. Dit
pakket zal bestaan uit technische en economische maatregelen.
Een technische maatregel betreft de normering van de
broeikasgasuitstoot van brandstof. Om deze brandstofnormering
te ontwikkelen wordt er gewerkt aan een zogenoemde Life Cycle
Assessment (LCA) methode om de broeikasgasintensiteit van
brandstof te bepalen. Hierbij is de inzet van Nederland en
Europese partners in multilateraal verband dat zowel de bron tot
tank (Well-to-Tank, WtT) als de tank naar kielzog (Tank-to-Wake,
TtW) kwantitatief wordt meegewogen. Voor een economische
ofwel marktgerichte maatregel moet nog een keuze worden
gemaakt uit een emissiehandelssysteem of een heffingssysteem.
Landbouw en verandering van landgebruik (Agriculture, Forestry and Other Land Use, AFOLU) vormen samen bijna een kwart van de emissies wereldwijd en de belangrijkste driver van biodiversiteitsverlies.53 Nederland zet zich internationaal in om emissies uit landbouw en verandering van landgebruik te reduceren en biodiversiteit te versterken. Het kabinet versterkt daarom de strategische inzet voor verduurzaming van de landbouw waarbij de SDG’s, het Parijsakkoord en het VN-Biodiversiteits verdrag belangrijke beleidskaders vormen. Het kabinet ontwikkelt een internationale agenda op dit terrein, gericht op een Nederlandse inzet in derde landen om productie binnen de draagkracht van de aarde te laten plaatsvinden. Daarnaast draagt
|